English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word close the ranks

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
close the ranks (join hands; unite)	de rijen sluiten	densigi la vicojn
close (shut; adjourn)	dichtdoen ; dichtmaken ; sluiten	fermi
🔗 She closed the door behind her and stood tingling with a sense of isolation from all the rest of the world.
close (adjourn)	dichtgaan ; sluiten ; toegaan ; zich sluiten	fermiĝi
close (dear to the heart)	na aan het hart	korligita
close (stuffy; airless; frowzy)	bedompt	malfreŝaera
close (cramped; narrow)	benauwd	malvasta
close (near; nearby; handy; local)	nabij ; dichtbij	proksima
🔗 I’m too close already!
close (near; nearby; about; nigh)	dichtbij ; nabij	proksime
🔗 The Flying U riders had dismounted, and they stood close, listening and watching.
close (furtive; noncommital; oblique; secretive; shifty; sly)	stiekem	kaŝema
close (strained; intense; tight)	geforceerd ; gespannen ; gestrekt ; strak	streĉita
close	sluiten	fermi
close	sluiten	fermi
close	nauw	malvasta
🔗 Gary Cohn and president Trump were never believed to be close.
close	dik	intima
🔗 After all, we are not close friends.
rank (grade; status; station; standing)	rang	rango
rank (file; line; row; queue; round; run; sequence; bank; string)	gelid ; rij	vico
rank	de rang hebben van	rangi

English	Dutch
close the ranks	⇆ de gelederen sluiten; ⇆ opsluiten; ⇆ zich aaneensluiten
close	⇆ aaneengesloten; ⇆ achterhoudend; ⇆ afboeken; ⇆ afsluiten; ⇆ afzetten; ⇆ bedompt; ⇆ benauwd; ⇆ benauwend; ⇆ besloten; ⇆ besluit; ⇆ besluiten; ⇆ de achterstand inlopen; ⇆ dicht; ⇆ dicht opeen; ⇆ dichtbij; ⇆ dichtdoen; ⇆ dichten; ⇆ dichtgaan; ⇆ dichtgroeien; ⇆ dichtmaken; ⇆ dichtvallen; ⇆ dik; ⇆ dompig; ⇆ doodlopende straat; ⇆ drukkend; ⇆ eind; ⇆ einde; ⇆ eindigen; ⇆ eindresultaat; ⇆ end; ⇆ erf; ⇆ geheimhoudend; ⇆ gesloten; ⇆ gestreng; ⇆ getrouw; ⇆ grondig; ⇆ handgemeen; ⇆ heel kort; ⇆ ingesloten; ⇆ ingesloten ruimte; ⇆ inlopen; ⇆ innig; ⇆ insluiten; ⇆ kort; ⇆ naast; ⇆ nabij; ⇆ nauw; ⇆ nauwkeurig; ⇆ nauwlettend; ⇆ nauwsluitend; ⇆ nip; ⇆ op de penning; ⇆ op de voet volgend; ⇆ opheffen; ⇆ opsluiten; ⇆ scherp; ⇆ slot; ⇆ sluiten; ⇆ speelplaats; ⇆ streng; ⇆ toedraaien; ⇆ toedrukken; ⇆ toegaan; ⇆ toeschuiven; ⇆ vinnig; ⇆ zich aaneensluiten; ⇆ zich sluiten
rank	⇆ een plaats geven; ⇆ geil; ⇆ gelid; ⇆ graad; ⇆ grof; ⇆ in het gelid plaatsen; ⇆ inschalen; ⇆ opstellen; ⇆ plaatsen; ⇆ rang; ⇆ riekend; ⇆ rij; ⇆ schandelijk; ⇆ staat; ⇆ stand; ⇆ standplaats; ⇆ te welig; ⇆ vuil; ⇆ weelderig