Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dik

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vet)
(dicht; gebonden; aaneengesloten)
(lijvig);
🔗 Aan de rand staan dikke populieren.
(zwaarlijvig)
obese
🔗 De dikke leider was nergens te zien.
🔗 Ruim vier maanden geleden was hij in het kamp aangekomen en hij en Puc waren als snel dikke vrienden geworden.
dik vetkruid
(dikbladig vetkruid)
Corsican stonecrop
;
thick‐leaved stonecrop
dikfolia sedo
pine grosbeak
(kortbekzeekoet)
thick‐billed murre
;
Brünnich’s guillemot
dikbeka urio
crassula
thick‐leaved
dikfolia
;
bighorn sheep
kanada ŝafo
(olifant)
🔗 De dikhuiden zijn door de Carthagers en de Romeinen uitgeroeid.
(dikkerd; dikzak; vetzak)
🔗 Waar wacht je op, dikke?
(dikzak)
🔗 Europeanen kijken met afschuw naar de vele dikkerds in de VS, maar Europa gaat in rap tempo dezelfde kant op.
(onechte karetschildpad);
loggerhead sea turtle
grandkapa kareto
🔗 Het is voor zover bekend pas de tweede maal dat een dikkopschildpad in Nederland een stranding heeft overleefd
(dikkerd)
🔗 En, heb je al met die dikzak van een vriend van je gesproken?
(aandikken)
thicken
plidikigi

DutchEnglish
dik abdominous; big; bulky; burly; close; crass; fat; fleshy; footy; gross; grounds; gummy; heavy; lumping; plump; podgy; portly; pudgy; pudsy; stocky; stodgy; stout; thick; thickly
dikke melk curdled milk
dikke vrienden fast friends; firm friends; close friends; sworn friends
dikke vrienden zijn be very thick; be very thick together; be as thick as thieves
dikke wangen plump cheeks
dik vetkruid Corsican stonecrop; thick‐leaved stonecrop
door dik en dun out‐and‐out; through thick and thin
een dikke … a … odd
een dikke huid hebben be thick‐skinned
een dikke wang a swollen cheek
een dik uur a good hour
er dik in zitten have plenty of money; be more than likely
er dik op liggen be quite obvious
het er dik opleggen lay it on thick; plaster; pile it on; lay it on with a trowel
zich dik maken huff; get steamed up
dikbekzeekoet Brünnich’s guillemot; thick‐billed murre
dikbladig thick‐leaved
dikbuik fatty
dikheid thickness; corpulence; corpulency; bigness
dikhuid pachyderm
dikkerd big fellow; fatty
dikkopschildpad loggerhead sea turtle; loggerhead
dikzak fatty; squab; fat‐guts; big fellow
driedik threefold; treble; three‐ply
koffiedik coffee‐grounds; grounds
verdikken condense; thicken
vingerdik as thick as a finger