Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word besluit

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beslissing)
🔗 Haar besluit stond onherroepelijk vast.
(decreet)
(beëindiging; eind; einde; end; afsluiting);
ending
;
conclusion
;
termination
(een beslissing nemen)
take a decision
🔗 Hoe die zou zijn afgelopen, weet ik niet, want gelukkig hoefde hij geen besluit te nemen.
make up one’s mind
;
🔗 Hij kwam plotseling tot een besluit.
irresolute
;
undecided
;
indecisive
🔗 Hij keek besluiteloos de kamer rond.
(beslissen; uitmaken; zich voornemen); ;
determine
;
resolve
;
🔗 Ik besloot het te vangen.
(afmaken; afsluiten; beëindigen; uitmaken; voleindigen; een eind maken aan; eindigen);
🔗 We besluiten het jaar zoals u inmiddels van ons gewend bent met een reisspecial.
(afleiden; concluderen; opmaken);
conclude
conclude
findiri
🔗 „Dan verandert de lucht in olie”, besloot de wijze.

DutchEnglish
besluit close; conclusion; decision; decree; determination; end; ending; fiat; resolution; resolve; termination; wind‐up
een besluit nemen decide; make up one’s mind; pass a resolution; adopt a resolution; take a decision
koninklijk besluit order in council
tot besluit in conclusion; to conclude
tot een besluit komen come to a conclusion; come to a resolution
besluiteloos double‐minded; indecisive; indeterminate; irresolute; undecided; unready; unresolved
besluiten choose; close; conclude; decide; determine; end; end up; finish up; infer; resolve; settle; top off; top up
eindbesluit final decision
raadsbesluit decree; ordinance; decision of the town council
regeringsbesluit decree; ordinance