Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word dichtgroeien
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(dik; gebonden; aaneengesloten) | ; | |
🔗 Het bos werd minder dicht en de helling werd steiler. | ||
(gesloten; toe) | closed ; | |
🔗 Het hek was natuurlijk weer dicht. | ||
(compact) | compact | |
(aangroeien; stijgen; toenemen) | ; increase | |
(aangroeien; toenemen; groter worden) | increase ; | |
vegeti | ||
🔗 Tegen de laagste, buitenste muur groeide dicht struikgewas. | ||
(toenemen; aanwassen; wassen) | ||
🔗 Puc was gegroeid in het afgelopen jaar, maar hij was nog steeds klein. | ||
🔗 Ze groeien op de berg. | ||
(toenemen) |
Dutch | English |
---|---|
dichtgroeien | ⇆ clog up; ⇆ close; ⇆ heal |
dicht | ⇆ close; ⇆ compact; ⇆ consistent; ⇆ dense; ⇆ shut; ⇆ thick; ⇆ to; ⇆ thick‐set; ⇆ tight; ⇆ closed; ⇆ clogged; ⇆ closely; ⇆ densely |
groeien | ⇆ grow; ⇆ increase |