Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word heensnellen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hardlopen; hollen; rennen)
🔗 Hij begreep dat de Seneca’s erover snelden.
(ijlen; jagen; zich spoeden; zich haasten; stuiven); ;
🔗 Hij snelde naar buiten en keek omhoog langs de rotswand.

DutchEnglish
heensnellen fleet; run away
snellen beetle; career; fleet; fly; post; race; speed; run; rush; scud; skitter; hasten