Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word werkervaring

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(belevenis; ondervinding)
experience
🔗 Ongetwijfeld zijn uw ervaringen in havenkroegen belangwekkend.
(ervarenheid)
experience
🔗 Hij heeft absoluut geen ervaring in het zich oriënteren in de natuur.
🔗 Mijn ervaring gaat niet verder dan Urmank.
handiwork
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest.
(arbeid; emplooi; karwei);
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat.
tow
;
oakum
(boekwerk; opus)
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer.

DutchEnglish
werkervaring work experience
ervaring experience
werk avocation; business; char; chore; doing; employ; employment; fabric; job; labour; motion; oakum; opus; performance; pursuits; work; stint; tow