Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word wegsturen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Waarom hebt u Pieps weggestuurd, professor? | ||
(zenden) | ||
🔗 We zullen iemand sturen. | ||
(besturen) | ; | |
🔗 De sturende heer bewolkte, en het was duidelijk dat een scherpe terechtwijzing hem op de tong lag. | ||
(zenden) | ||
🔗 Stuur ze deze twee hoofden, in een mooie kist. | ||
(verzenden; zenden) | ||
🔗 Ik stuur hem een telegram. | ||
(baan) | ||
🔗 Je kan hem overal verloren hebben op de weg. | ||
(heen; voort; verwijderd; henen; uit) | ; | |
; | ||
; ; ; pathway ; | ||
🔗 President Trump baande zich een weg naar de kerk. | ||
; | ||
🔗 Er was geen weg terug. | ||
(route) | ||
🔗 Hij vroeg de weg naar Lyon. |
Dutch | English |
---|---|
wegsturen | ⇆ bundle off; ⇆ pack off; ⇆ put out to grass; ⇆ put to grass; ⇆ send to grass; ⇆ turn; ⇆ turn adrift; ⇆ turn away; ⇆ turn out to grass; ⇆ whistle off |
sturen | ⇆ channel; ⇆ con; ⇆ drive; ⇆ guide; ⇆ head; ⇆ pilot; ⇆ pilotage; ⇆ send; ⇆ steer; ⇆ sail; ⇆ turn |
weg | ⇆ avaunt; ⇆ avenue; ⇆ away; ⇆ course; ⇆ done for; ⇆ gone; ⇆ haul; ⇆ inlet; ⇆ lost; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ path; ⇆ pathway; ⇆ road; ⇆ way; ⇆ track; ⇆ route; ⇆ tract; ⇆ out of the way |