Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word waarde

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De waarde van een weerstand bij 20°C bedraagt 25 Ω.
(waardij);
🔗 Er is daar niets van enige militaire waarde.
;
🔗 Wij verkopen het goud voor de werkelijke waarde.
(waard);
lovely
;
valuable
; ;
cherished
;
precious
🔗 Aangezien we de discussie over de wijze waarop we deze snelheid willen bereiken voor een volgende zitting hebben gereserveerd, vraag ik uw aandacht, waarde collega’s, voor de afmetingen die de kogel zou moeten hebben.
van nul en generlei waarde
;
(halveringsperiode; halveringstijd)
half‐life
duoniĝa tempo
🔗 Het cesiumisotoop dat de radioactiviteit in de bossen van Thüringen veroorzaakt, heeft een halfwaardetijd van 30 jaar.
(verachtelijk)
(waardeloos)
waardebepaling
(schatting; taxatie; waardering)
assay
;
judgement
;
(nietswaardig);
valueless
🔗 In de huidige situatie schenen ze waardeloos.
waardeloos
void
;
zero
nula
(appreciëren); ;
(op prijs stellen)
🔗 Toch waardeer ik jullie medeleven.
(begroten; taxeren; ramen; schatten)
🔗 Hoe waardeer je een aandeel?
(kostbaar)
valuable
🔗 Was de collectie erg waardevol?
valuable
🔗 Je zou een waardevolle makker zijn.
(rondwaren); ;
stray
;

DutchEnglish
waarde denomination; price; value; worth
aangegeven waarde declared value
belastbare waarde ratable value
in waarde houden value
in waarde verminderen fall in value; depreciate
naar waarde schatten appreciate; judge by its true merits
onder de waarde verkopen sell for less than its value
ter waarde van to the value of
van geen waarde of no value; valueless; worthless
van gelijke waarde of the same value
van nul en generlei waarde null and void
waarde hechten aan put stock in; set store by; place value on; put value on; set value on; attach value to
waarde in rekening value in account
zijn waarde ontlenen aan owe its value to
afkoopwaarde surrender value
beurswaarde market value
beurswaarden stocks and shares
boekwaarde book value
drempelwaarde threshold value; liminal value
eindwaarde final value
gebruikswaarde utility
geldswaarde money value; value in money; monetary value
gevoelswaarde emotional value
grenswaarde ultimate value; limit value; marginal utility
halfwaardetijd half‐life
handelswaarde commercial value
huurwaarde rental; rental value
informatiewaarde informational value
inruilwaarde trade‐in value
koerswaarde valuta; market value
kunstwaarde artistic value
marktwaarde market value; marketable value
meerwaarde surplus value
nietswaardig contemptible; picayune; worthless
noemenswaard worth mentioning
ontwaarding devaluation
overwaarde surplus value
pH‐waarde pH‐value
restwaarde salvage value; scrap value; residual value
ruilwaarde exchange value
taxatiewaarde appraised value
tegenwaarde equivalent
tweewaardig bivalent
verkoopwaarde saleable value; selling‐value; market value
vervangingswaarde replacement value
voedingswaarde goodness; nutritive value; food value; nutritional value
waardebepaling evaluation; valuation
waardebon gift token; gift voucher
waardedaling depreciation
waardeleer axiology
waardeloos bum; crappy; crummy; dud; duff; futile; mouldy; napoo; no‐good; trumpery; worthless; valueless
waardemeter standard of value
waarden stocks and shares
waardeoordeel value judgement
waardepunt coupon
waarderen appraise; appreciate; apprize; esteem; hold in esteem; hold in high esteem; rate; treasure; value; place value on; put value on; value at its true worth; appreciate at its proper value; estimate
waardeschaal scale of values
waardevast index‐linked; stable
waardevermeerdering increment; increase in value
waardevermindering debasement; depreciation; devaluation; fall in value
waardevol valuable; of value; of great value
waardevrij value‐free
waardezegel trading‐stamp
waren merchandise; ware; wares; goods; commodities; walk; walk about