English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word estimate

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
estimate
(budget; estimates)
estimate
estimate
(tender)
kostotakso
(appraisal; assay; assessment; evaluation; judgement);
🔗 Estimates now suggest that the weekly cost of leaving the EU is more than double the £ 350 million famously emblazoned on the side of the leave campaign’s battle bus.
; ; ;
🔗 Western and Ukrainian officials have estimated that at least 10,000 Russian soldiers have been killed in the war since Russia invaded just over two months ago.
estimable
(respectable)
(overvalue)
trotaksi
🔗 I think you overestimate their chances.
(belittle)
🔗 You underestimate the power of the dark side.

EnglishDutch
estimate aanslaan; begroten; begroting; benaderen; beramen; beraming; bestek; calculeren; inschatten; oordeel; prijsopgaaf; prijsopgave; quoteren; ramen; raming; schatten; schatting; waarderen; waardering
at a conservative estimate naar voorzichtige schatting
at a rough estimate globaal geschat; grof geschat; naar gissing; naar schatting; ruw geschat; ruwweg
estimate at begroten op; ramen op; schatten op
in my estimation naar mijn mening
estimable achtenswaardig
estimation achting; calculatie; gissing; mening; oordeel; schatting; waardering
estimator schatter
overestimate overschatten; overschatting; te hoge schatting; te hoog aanslaan; te hoog schatten
underestimate onderschatten; onderschatting; te laag aanslaan; te laag schatten; te lage schatting