Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word tijdrekening
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
tijdrekening (jaartelling) | era | |
tijdrekening (chronologie) | chronology | |
🔗 Het geld werd op jouw rekening gestort. | ||
(factuur; nota) | ||
(nota) | ||
🔗 Hoe hoog is de rekening op dit moment? | ||
🔗 De tijd heelt alle wonden. | ||
(wijle; poos) | ; | |
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee. | ||
(wijl) | ; | |
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd. | ||
(tijdsduur) | ; | |
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen. | ||
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden. | ||
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. | ||
🔗 Daar had hij geen tijd voor. | ||
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden. |
Dutch | English |
---|---|
tijdrekening | ⇆ calendar; ⇆ chronology; ⇆ era |
rekening | ⇆ account; ⇆ bill; ⇆ calculus; ⇆ check; ⇆ computation; ⇆ count; ⇆ reckoning; ⇆ score; ⇆ shot; ⇆ tab; ⇆ tally; ⇆ calculation |
tijd | ⇆ age; ⇆ day; ⇆ days; ⇆ period; ⇆ time; ⇆ space; ⇆ tense; ⇆ tide; ⇆ while; ⇆ season; ⇆ stretch |