Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word navolgend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(over); ;
🔗 Na mijn woorden bleef het doodstil.
🔗 Er volgde geen antwoord.
🔗 Ook hier was het spoor zonder moeite te volgen.
🔗 Maar toen begon hij een andere gedachtengang te volgen.
(nagaan; nalopen)
🔗 Soms heb ik het gevoel dat ik gevolgd wordt, maar er is nooit iets te zien.
(resulteren; voortkomen; voortvloeien)
(bijhouden; voortvloeien); ; ;
🔗 En wij volgden hen.

DutchEnglish
navolgend following; imitative
na after; following; next; next to; nigh; past; in succession to; upon; in the wake of; near; to top up with
volgen adopt; adoption; attend; ensue; follow; follow up; hold; pursue; result; tail; shadow; succeed; tag along; take; trace; keep track of; track; trail; watch; be next; come next