English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word watch

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(wrist‐watch)
(view; witness);
toeschouwer zijn
spekti
(guard; custody; protection; security; vigil)
waak
(mind; observe; comply; mark; respect; abide by); ;
🔗 Watch now and remember what you see.
(pocket watch; fob watch)
zakhorloge
(custodian; guard; guardian)
(guard; keep; look after; watch over; preserve; safeguard)
(look; look at; behold; eye; view)
🔗 The man watched Jubal indifferently.
be on watch
wacht hebben
vaĉi
keep watch
(watch for)
pocket watch
(watch; fob watch)
zakhorloge
watch for
(keep watch)
watch out
(pay attention; pay attention to; heed; mind; be attentive; be attentive to; take notice of)		; ; ; ; ; ; ;
passen op
;
watch television
televisie kijken
rigardi televidon
nightwatch
stop‐watch
watchdog
watchful
(careful; vigilant)
waaks
;
(attentive; alert)
🔗 Guyal continued with eyes watchful for men.
watchmaker
watchman
; ;
watchman
(guard; marshal; warden; warder)
watch‐tower
(belvedere; terrace)
uitkijkpunt
watch‐tower
uitkijktoren
;
wrist‐watch
(watch)		;

EnglishDutch
watch⇆ beloeren; ⇆ bespieden; ⇆ bewaken; ⇆ bewaker; ⇆ bewaking; ⇆ dodenwacht; ⇆ gadeslaan; ⇆ hoeden; ⇆ horloge; ⇆ in het oog houden; ⇆ kijken; ⇆ kijken naar; ⇆ letten op; ⇆ observeren; ⇆ op de uitkijk staan; ⇆ surveilleren; ⇆ toekijken; ⇆ uitkijk; ⇆ uitkijken; ⇆ volgen; ⇆ waak; ⇆ waakzaamheid; ⇆ waakzaam zijn; ⇆ wacht; ⇆ wachtdienst; ⇆ wacht doen; ⇆ wake; ⇆ waken
be on the watch for⇆ loeren op; ⇆ uitkijken naar
be on watch⇆ de wacht hebben; ⇆ op wacht staan
first watch⇆ eerste wacht
go on watch⇆ de wacht betrekken
in the watches of the night⇆ in de slapeloze uren van de nacht
keep a watch⇆ de wacht houden
keep a watch on⇆ een oogje houden op; ⇆ letten op
keep watch⇆ de wacht houden
keep watch on⇆ een oogje houden op; ⇆ letten op
keep watch over⇆ bewaken; ⇆ de wacht houden over
keyless watch⇆ remontoir
middle watch⇆ hondewacht
morning watch⇆ dagwacht
neighbourhood watch⇆ burgerwacht
officer of the watch⇆ officier van de wacht
on watch⇆ op wacht
pocket watch⇆ zakhorloge
quartz watch⇆ kwartshorloge
relieve the watch⇆ de wacht aflossen
repeating watch⇆ repetitiehorloge
set a watch over⇆ laten bewaken
stand watch⇆ de wacht houden; ⇆ op wacht staan
take over the watch⇆ de wacht overnemen
watch and ward⇆ uiterste waakkzaamheid
watch chain⇆ horlogeketting
watch for⇆ loeren op; ⇆ uitkijken naar
watch one’s opportunity⇆ op een gelegenheid loeren
watch somebody⇆ iemands gangen nagaan
watch strap⇆ horlogebandje
watch television⇆ televisie kijken
watch through⇆ doorwaken
watch with⇆ waken bij
watch your steps!⇆ pas op!; ⇆ voorzichtig!
alarm‐watch⇆ wekker; ⇆ wekkerklok
dog‐watch⇆ hondewacht; ⇆ platvoetwacht
nightwatch⇆ nachtwacht
stop‐watch⇆ stophorloge; ⇆ stopwatch
watchband⇆ horlogebandje
watch‐case⇆ horlogekast
watchdog⇆ waakhond
watch‐fire⇆ wachtvuur
watchful⇆ oplettend; ⇆ waaks; ⇆ waakzaam; ⇆ wakend
watch‐glass⇆ horlogeglas
watchmaker⇆ horlogemaker
watchman⇆ klapperman; ⇆ klepper; ⇆ klepperman; ⇆ nachtwaker; ⇆ wachter; ⇆ waker
watch‐tower⇆ uitkijktoren; ⇆ wachttoren
watchword⇆ leus; ⇆ leuze; ⇆ parool; ⇆ wachtwoord
wrist‐watch⇆ armbandhorloge; ⇆ polshorloge