Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hangwerk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ophangen; opknopen)
🔗 Hij hing het aan de genoemde knop en wilde zijn oude hoed erbij hangen.
;
🔗 Mijn geweer hing er al.
(ophangen; opknopen);
🔗 Degenen die wensen te worden gehangen, kunnen nu naar gindse galg lopen.
🔗 Als u hem vermoord hebt, zal ik zorgen dat u hangt.
handiwork
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest.
(arbeid; emplooi; karwei);
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat.
tow
;
oakum
(boekwerk; opus)
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer.

DutchEnglish
hangwerk truss
hangen sling; cling; depend; hang; hanging; hover; loll; lounge; sag; sag down; be suspended; swing
werk avocation; business; char; chore; doing; employ; employment; fabric; job; labour; motion; oakum; opus; performance; pursuits; work; stint; tow