Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bedrust

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
bed‐rest
enlita ripozo
🔗 Bij koorts is bedrust vereist.
(perk)
🔗 Ze sprong over een bed met goudsbloemen.
(legerstede; sponde)
🔗 Ik denk dat ik nog even in bed ga lezen.
(pauze); ;
respite
;
repose
;
🔗 Het paard had rust nodig.
(bedaardheid; gerustheid; kalmte; rustigheid)
tranquillity
🔗 Maar ik vond geen rust.
(kalmte; rustigheid; stilte); ; ;

DutchEnglish
bedrust bed‐rest
bed bed; bedside; cot; kip; sack
rust break; calm; ease; half‐time; pause; peace; placidity; quiescence; quiescency; quiet; quietness; quietude; recumbency; repose; respite; rest; tranquillity; surcease; interval