Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bedrijfspand

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bedrijfsgebouw)
business building
🔗 In het noordoosten van de Verenigde Staten zitten als gevolg van een zware storm ongeveer 1,7 miljoen huizen en bedrijfspanden zonder stroom.
(beroep)
profession
;
occupation
;
vocation
(oorkonde; akte);
(onderneming)
enterprise
🔗 Een groot deel van de boekjes werd binnen bedrijven verspreid.
(slip)
(borgstelling; onderpand; waarborg; borg);
security
(perceel);
construction
🔗 In het pand waren geen mensen aanwezig.

DutchEnglish
bedrijfspand business building
bedrijf achievement; act; action; business; concern; industry; lawful occasions; plant; trade; service; deed; working; undertaking; works
pand basque; deposit; earnest; flap; gage; forfeit; pawn; pledge; premises; surety; security; skirt; tail