English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word gage

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
gaŭĝi
spoorbreedte
🔗 Valerie Hopkins, a Moscow‐based New York Times correspondent who has left the country, told CNN on Monday how difficult it is to gauge public opinion, although the fact people are willing to risk arrest to protest is notable.

EnglishDutch
gage handschoen; inzetten; onderpand; op het spel zetten; pand; pruim; uitdaging
gauge diepgang; ijken; ijkmaat; kaliber; kalibreren; maat; maatstaf; mal; meten; meter; peil; peilen; peilglas; peilstok; roeien; schatten; spoor; spoorbreedte; spoorwijdte; taxeren