Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afstemmen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanpassen; in overeenstemming brengen)
(verwerpen)
reject
;
malakcepti voĉdone
sintonizi
;
tune in
(gereed; klaar)
🔗 Maar het portret is nog niet af.
(van; van … af)
de sur
🔗 Hij vluchtte de berg af.
(balloteren; kiezen); ;
🔗 Ga je weer stemmen, pa?
;
voting
;

DutchEnglish
afstemmen attune; reject; syntonize; tune; tune in; vote down
afstemmen op attune to; tune in to; tune to
af down; exeunt; out of play; off; finished; out
afstemming rejection; tuning
stemmen ballot; dispose; divide; key the strings; pitch; poll; vote; tone; tune; tune up; voice; voting; key; pass