Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word óverzien

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(na);
🔗 Over een uur vallen we aan.
(voort; uit); ; ; ; ;
(boven; meer dan; boven de); ;
(aan; aangaande; betreffende; in; met; naar; omtrent; op; van; voor; inzake); ; ; ;
🔗 Hebt u vragen over deze brief?
left
;
left over
;
remaining
🔗 Voor mij bleek er dan niet veel eetbaars meer over te zijn.
(aan; boven); ;
🔗 De zon vlamde over de zee.
(aan de overkant van; over … heen); ;
🔗 Nadenkend tuurde Conan over de zee.
(afgelopen; verleden; voorbij; achter de rug);
🔗 De oefening is over.
; ;
🔗 Waarschijnlijk zag men hem als een man aan wie men niet zonder gevaar scherpe voorwerpen kon toevertrouwen.
🔗 Het was of wij ziende blind waren.
; ; ; ; ; ;
assay
;
🔗 En toen moesten we een hotel zien te vinden.
(gezicht)
🔗 Bij het zien van de druïde veranderde zijn gelaatsuitdrukking.
🔗 Als hij me wil zien, kan hij hier naar de herberg komen.
(kijken);
🔗 Toen Shaina, die zich had omgedraaid om hen na te kijken weer naar beneden keek, zag ze op een open plek tussen de dennen die haar om de een of andere reden daarvoor niet was opgevallen.
(eruitzien; ogen; vóórkomen)
🔗 ’s Konings wangen zagen purper.
🔗 Ik zag je naderen.
🔗 Zie je die man daar?

DutchEnglish
overzíén overlook; survey; surveying
óverzien look over; go through; rake around; rake through; review
alles met één blik overzien take in everything at a glance; sum up the situation
niet te overzien immense; vast; incalculable
over about; across; along; at; beyond; by; in; o’er; on; over; past; via; on the subject of; by way of; on top of; above; upwards of; from now; with
zien behold; know; look; see; vision; seeing; tell