Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord tijdschaal

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(schotel);
🔗 Leg de kip in een schaal.
(bowl)
🔗 Hij was vastbesloten de schaal open te maken om te zien wat erin zat.
(schild)
(huisje; schelp)
(dop; schil)
valve
valvo
🔗 De tijd heelt alle wonden.
(wijle; poos);
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee.
(wijl);
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd.
(tijdsduur);
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen.
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden.
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
🔗 Daar had hij geen tijd voor.
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden.

NederlandsEngels
tijdschaal timescale
schaal basin; bowl; cod; crust; cup; dial; dish; pan; plate; test; valve; scale; shell; slab; scales; pair of scales
tijd age; day; days; period; time; space; tense; tide; while; season; stretch