Informatie over het woord tijd (Nederlands → Esperanto: tempo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/tɛi̯t/
Afbrekingtijd
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

Geef me de tijd om erover na te denken.
Daar had hij geen tijd voor.
Het was dus zaak niet meer tijd te verliezen.
We gaan proberen de verloren tijd in te halen!

Vertalingen

Afrikaanstyd
Catalaanstemps
DuitsZeit
Engelstime
Esperantotempo
Jamaicaans Creoolstaim
Nederduitstyd
SaterfriesTied
Welsamser
Westerlauwers Friestiid