Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord gebieden
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bevelen; gelasten; verordenen; voorschrijven; verordonneren; ordonneren) | ; ; | |
🔗 Zijn godsdienst gebood hem zijn vijand te vergeven. | ||
🔗 De verbindingen met het getroffen gebied zijn nog steeds slecht. | ||
(bol; sfeer) | sphere ; realm | |
(grondgebied; territoor) | ; turf | |
(contreie; gewest; landstreek; regio; streek; contrei) | ||
🔗 Het gebied werd veroverd door Alexander de Grote in 334 voor Christus. | ||
(terrein) | ||
🔗 Zelfs u zou hun op dit gebied niets kunnen leren. | ||
imperative | ||
(baas; chef; gezagvoerder) | ||
(heerser) | ; | |
(bevel; order) | ; commandment |
Nederlands | Engels |
---|---|
gebieden | ⇆ bid; ⇆ command; ⇆ dictate; ⇆ order |
gebied | ⇆ area; ⇆ belt; ⇆ circuit; ⇆ cognizance; ⇆ compass; ⇆ demesne; ⇆ department; ⇆ district; ⇆ domain; ⇆ dominion; ⇆ field; ⇆ patch; ⇆ precinct; ⇆ province; ⇆ purview; ⇆ range; ⇆ realm; ⇆ region; ⇆ zone; ⇆ sphere; ⇆ scope; ⇆ sweep; ⇆ territory; ⇆ jurisdiction; ⇆ turf; ⇆ walk |
gebiedend | ⇆ dictatorial; ⇆ imperative; ⇆ imperious; ⇆ peremptorily; ⇆ peremptory |
gebieder | ⇆ ruler; ⇆ master; ⇆ lord |
gebod | ⇆ bidding; ⇆ command; ⇆ commandment; ⇆ dictate; ⇆ hest; ⇆ injunction; ⇆ banns |