Informatie over het woord gebiedend (Nederlands → Esperanto: imperativa)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɣəˈbidənt/
Afbrekingge·bie·dend

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudgebiedende
Onzijdig enkelvoudgebiedend
Meervoudgebiedende
Bepaaldgebiedende
Partitiefgebiedends

Vertalingen

Duitsimperativisch; befehlend; gebieterisch; zwingend; bindend; Imperativ‐; Befehls‐; Zwangs‐
Engelsimperative
Esperantoimperativa