Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord boord

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(kant; oever; wal)
(kraag)
on board
🔗 Dadelijk kwam alles aan boord in rep en roer.
🔗 De Airbus had 169 inzittenden aan boord.
aan boord gaan
(scheep gaan; zich inschepen)
(zich ontschepen)
disembark
elŝipiĝi
🔗 Hoe komen we te weten of hij ergens van boord is gegaan?
flight‐engineer
;
flight‐mechanic
starboard
🔗 Cugel en Lankwiler overdachten deze uitspraken terwijl Drofo een paar stappen naar stuurboord deed, en dan naar bakboord.

NederlandsEngels
boord bank; board; border; brim; collar; edge; hem; rim
aan boord aboard; on board; on shipboard
aan boord brengen put on board
aan boord gaan board; go on board; take ship; embark
aan boord hebben carry; have on board
aan boord nemen ship; take on; take on board
aan boord van aboard; on board
dubbele boord double collar
omgeslagen boord turndown collar; turn‐down collar
staande boord stand‐up collar
van boord gaan disembark; go ashore
bakboord larboard; port
boordband binding; edging
boordcomputer board computer; on‐board computer
boordeknoopje collar‐stud
boordlicht sidelight
boordlint tape
boordradio ship’s radio
boordschutter air gunner; gunner
boordwerktuigkundige engineer; flight‐engineer; flight‐mechanic
gangboord gangway
halsboord neckband
overboord overboard; overside
stuurboord starboard
wasboord washboard