Informatie over het woord enŝipiĝi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingen·ŝip·iĝ·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdenŝipiĝas
Verleden tijdenŝipiĝis
Toekomende tijdenŝipiĝos
 
Voorwaardelijke wijs
enŝipiĝus
 
Gebiedende wijs
enŝipiĝu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdenŝipiĝanta
Verleden tijdenŝipiĝinta
Toekomende tijdenŝipiĝonta

Vertalingen

Afrikaansaan boord gaan
Catalaansembarcar‐se
Engelsembark
Nederlandsaan boord gaan; scheep gaan; zich inschepen
Papiamentssubi abordo
Portugeesembarcar‐se
Spaansembarcarse