Informatie over het woord embark (Engels → Esperanto: enŝipiĝi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) embark(I) embarked
(thou) embarkest(thou) embarkedst
(he) embarks, embarketh(he) embarked
(we) embark(we) embarked
(you) embark(you) embarked
(they) embark(they) embarked
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) embark (I) embarked
(thou) embark(thou) embarked
(he) embark(he) embarked
(we) embark(we) embarked
(you) embark(you) embarked
(they) embark(they) embarked
Gebiedende wijs
embark
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
embarkingembarked

Voorbeelden van gebruik

And there, at midnight, the armies of Lyonesse embarked and sailed for Dascinet.

Vertalingen

Afrikaansaan boord gaan
Catalaansembarcar‐se
Esperantoenŝipiĝi
Nederlandsaan boord gaan; scheep gaan; zich inschepen
Papiamentssubi abordo
Portugeesembarcar‐se
Spaansembarcarse