Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord stuffed

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
;
(pad; upholster); ;
remburi
(push along; shove; slide; stick; thrust)
(block; clog; stop up; choke; congest; fill; plug; tamp; stop; stopper); ;
ŝtopi
(things);
aĵoj
(matter; substance); ;
(thing; item; something; object);
🔗 This is good stuff.
(data; material)

EngelsNederlands
stuffed opgezet; volgepropt
be stuffed up een verstopte neus hebben
stuffed shirt dikdoener; druktemaker
stuff compleet verslaan; dichtstoppen; drug; drugs; farceren; goed; goederen; goedje; inmaken; klets; materiaal; narcotica; opvullen; opzetten; rommel; schransen; schranzen; spul; stof; stoppen; tuig; volproppen; volstoppen; vreten; vullen; waar