Informatie over het woord object (Engels → Esperanto: aĵo)

Synoniemen: thing, item, something, stuff

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɒbdʒɛkt/, /ˈɒbdʒɪkt/
Afbrekingob·ject
Shaw‐alfabet𐑪𐑚𐑡𐑧𐑒𐑑
Meervoudobjects

Voorbeelden van gebruik

The king drew from his garments a tiny object and passed it to the chieftain.

Vertalingen

Afrikaansding
Albaneesgjë; send
Catalaansobjecte
Deensting
DuitsDing
Engels (Oudengels)þing
Esperantoaĵo
Franschose; produit
Italiaanscosa
Jamaicaans Creoolsting
Jiddischזאַך
Maleisbenda
Nederduitsding; såk
Nederlandsvoorwerp
Noorsting
Papiamentskoroto; kos
Poolsrzecz
Portugeescoisa; cousa
Roemeenslucru; obiect
Russischвещь
SaterfriesDiert; Ding
Schotsthing
Schots-Gaelischrud
Spaansobjeto
Sranansani
Swahilikitu
Thaisของ; ธรรม; เรื่อง
Tsjechischpředmět; věc
Turksmadde
Westerlauwers Friesfoarwerp