Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord keer

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
;
on occasion
;
sometimes
;
occasionally
(maal; reis)
🔗 In elk Kuifje‐verhaal gaat de telefoon zeker zes keer.
(draai; draaiing; wending; zwenking)
(draai; slag; wending; zwenking)
(ommekeer; wisseling); ;
conversion
;
transformation
; ;
(kentering); ;
conversion
;
transformation
deze keer
(ditmaal; ditkeer)
this time
drie keer
(driemaal)
three times
;
op een keer
(eens)
;
on occasion
;
sometimes
;
occasionally
twee keer
(tweemaal)
dufoje
(ditmaal)
this time
🔗 Hoe vond u het ditkeer?
(aanhouden; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen);
stem
;
🔗 Het is een storm die niet te keren is.
reversi

NederlandsEngels
keer bout; go; time; turn
binnen de kortste keren before you can say knife; in no time at all; without further delay; before you can say Jack Robinson; lickety‐split
de volgende keer next; next time
drie keer three times; thrice
in de kortste keren in no time at all; without further delay; before you can say Jack Robinson; before you can say knife; lickety‐split
in één keer at one go; in one; in one go; at one time; at a blow; at a draught
keer op keer over and again; over and over; time after time
op een keer one day
twee keer twice; twice over
voor deze ene keer for this once
ditkeer for this once; this once; this time
keren obvert; turn; toss; turn down; turn up; stem; stop; check; arrest