Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord dispose
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(have access to) | ||
(throw away; discard; dump; jettison; slough) | ; ; ; | |
(destine; earmark; ordain; consign; designate; assign) | ; ; | |
dispose of | een lijk bezorgen | sepulti |
disposed (inclined; apt; amenable; biased) | ; ; | |
disposition (disposal) | ||
disposition (aptitude; talent) | ||
disposition (diathesis; predisposition) | ||
disposition (predisposition; tendency; aptitude) | ; wilsbeschikking |
Engels | Nederlands |
---|---|
dispose | ⇆ bewegen; ⇆ gereedmaken; ⇆ ordenen; ⇆ rangschikken; ⇆ regelen; ⇆ schikken; ⇆ stemmen; ⇆ voorbereiden; ⇆ voorbestemmen |
be disposed to | ⇆ zin hebben om |
disposed of | ⇆ geleverd; ⇆ overgedragen; ⇆ verkocht |
disposed to | ⇆ geneigd om te; ⇆ geneigd tot |
dispose of | ⇆ afdoen; ⇆ afmaken; ⇆ afrekenen met; ⇆ afstoten; ⇆ beschikken over; ⇆ disponeren over; ⇆ kwijtraken; ⇆ ontzenuwen; ⇆ opruimen; ⇆ overdoen; ⇆ plaatsen; ⇆ tenietdoen; ⇆ uit de weg ruimen; ⇆ van de hand doen; ⇆ verkopen; ⇆ verorberen; ⇆ weerleggen; ⇆ zich ontdoen van |
man proposes, God disposes | ⇆ de mens wikt, God beschikt |
disposable | ⇆ beschikbaar; ⇆ besteedbaar; ⇆ weggooi‐; ⇆ wegwerp‐ |
disposed | ⇆ geaard; ⇆ gehumeurd; ⇆ genegen; ⇆ geneigd; ⇆ gestemd; ⇆ gezind |
disposition | ⇆ aanleg; ⇆ aard; ⇆ beschikking; ⇆ dispositie; ⇆ geaardheid; ⇆ gemoedsgesteldheid; ⇆ geneigdheid; ⇆ gezindheid; ⇆ inborst; ⇆ ligging; ⇆ natuur; ⇆ neiging; ⇆ opstelling; ⇆ plaatsing; ⇆ rangschikking; ⇆ regeling; ⇆ schikking; ⇆ stemming; ⇆ wilsbeschikking |
indispose | ⇆ afkerig maken; ⇆ onbruikbaar maken; ⇆ ongeschikt maken; ⇆ onpasselijk maken; ⇆ onwel maken |
predispose | ⇆ ontvankelijk maken; ⇆ predisponeren; ⇆ vatbaar maken; ⇆ vooraf beschikken |