Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord ordenen
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(inrichten) | ||
🔗 Ik ordende mijn kaarten en deed ze in hun etui. | ||
🔗 Hij behoort tot mijn orde, maar ik had hem in vele jaren niet gezien. | ||
🔗 Orde moet er zijn. |
Nederlands | Engels |
---|---|
ordenen | ⇆ arrange; ⇆ coordinate; ⇆ dispose; ⇆ have a sort‐out; ⇆ marshal; ⇆ ordain; ⇆ order; ⇆ plan; ⇆ range; ⇆ regulate |
geordend | ⇆ ordered; ⇆ well‐ordered; ⇆ orderly |
orde | ⇆ array; ⇆ discipline; ⇆ order; ⇆ orderliness |
ordener | ⇆ file |
ordening | ⇆ arrangement; ⇆ collocation; ⇆ coordination; ⇆ regulation; ⇆ planning; ⇆ ordination |