Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord associate

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
associate
(come together; join; pool; assemble; coalesce; converge; unite; become joined)
zich aaneensluiten
;
zich verenigen
associate
(join; pool; amalgamate; coalesce; unite)
unuiĝi
associate
(affiliate)
als associé toetreden
; ;
vennoot worden
asociiĝi
(collaborator; partner)
associate
(bind; join; tie; tie up; fasten; link; band; belay)
associate
;
associate
(partner)
association
; ;

EngelsNederlands
associate associëren; bondgenoot; compagnon; deelgenoot; in verband brengen; kameraad; lid van een genootschap; makker; mede‐; medeplichtige; metgezel; omgaan; toegevoegd; vennoot; verbinden; verbonden; verenigen; zich aaneensluiten; zich associëren; zich verenigen
associate with in verband brengen met; omgaan met; omgang hebben met; verkeren met; zich inlaten met
associate with somebody zich met iemand inlaten
association associatie; bond; gedachtenverbinding; genootschap; omgang; verbinding; vereniging
disassociate afscheiden; scheiden