Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes roepen
| Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 Mevrouw, heeft u mij hierheen geroepen met uw muziek? | ||
jemanden zu Hilfe rufen | voki al iu por helpo | |
🔗 Ik heb de diensten nodig van een detective en wens, om redenen die ik u later zal mededelen, de politie niet te hulp te roepen. | ||
| (oproepen; praaien) | ; zurufen | |
🔗 Maar Elvira had al een taxi aangeroepen. | ||
| (geschreeuw) | Geschrei ; Schreien | |
🔗 Schei uit met dat geroep! | ||
| (terugnemen) | zurückziehen | |
| ; ersuchen | ||
🔗 Hij was er meer dan ooit van overtuigd dat hij een fout had begaan door Virginia’s hulp in te roepen. | ||
verbreiten ; | dissendi | |
| (uitzenden) | disaŭdigi | |
| (aanroepen) | ; zurufen | |
🔗 Ik kan alleen mensen oproepen hun gezond verstand te gebruiken | ||
widerrufen | ||
🔗 Door Cartwrights stem werd hij tot de werkelijkheid teruggeroepen. | ||
| (het uitschreeuwen) | ausrufen ; losschreien ; aufschreien | |
🔗 „Ja, het is mooi!” riep hij bitter uit. | ||
| (afkondigen) | ausrufen ; proklamieren | |
🔗 De provincie Hòa Bình, die het zwaarst is getroffen, heeft de noodtoestand uitgeroepen. | ||