Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word neusgeluid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gerucht; klank);
🔗 Dat vreemde geluid was te veel voor heer Ollie.
fore
;
forefront
🔗 Hij stond op de neus en probeerde door het regengordijn heen te kijken.
🔗 Voor Dolf kon reageren, raakte de man hem vol op de neus.

DutchEnglish
neusgeluid nasal sound
geluid noise; sound; ring; sound track; voice
neus hooter; neb; nose; nozzle; pecker; proboscis; toe; toe‐cap