English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word purchase

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(buying); ;
🔗 The use, sale, distribution and purchase of emergency contraception is also prohibited.
purchase
(acquire; buy)
purchase
(buy; take over); ;
🔗 Many American companies purchase products from Chinese factories, while others rely on the country’s vast consumer market to sell their goods.
(buy; taking over); ; ;
🔗 More recently, the country ramped up purchases of Russian energy.
purchase committee
aĉetrajtigita komisiono
purchase money
purchaser
(buyer)
;
purchaser
(buyer)

EnglishDutch
purchase aangrijpingspunt; aankoop; aankopen; aanschaf; aanschaffing; boodschap; hefkracht; inkoop; inkopen; koop; kopen; overname; spil; talie; verwerven; verwerving
get a purchase vat krijgen
make purchases inkopen doen
purchase agreement koopovereenkomst
purchase book inkoopboek
purchase committee aankoopcommissie
purchase deed koopakte
purchase money aankoopsom; kooppeningen; koopsom
purchase out uitkopen
purchase price aankoopsom; koopprijs
hire‐purchase huurkoop; huurverkoop; koop op afbetaling
purchasable omkoopbaar; te koop
purchaser afnemer; consument; inkoper; koper
repurchase terugkoop; terugkopen; wederkoop