Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word aankopen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| ; ; purchase | ||
🔗 Al in 1916 onderkende Natuurmonumenten het belang van het eiland voor de vogels en kocht het aan. | ||
| (aanschaffen; afnemen; inkopen; kopen; overnemen; zich aanschaffen) | ; | |
purchase | ||
🔗 Hij had het te druk met het bestuderen van zijn aankoop. | ||
| (inkoop; koop) | ||
| (aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; overnemen; zich aanschaffen) | ; | |
🔗 Ik wil hier een huis kopen. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| aankopen | ⇆ acquire; ⇆ buy; ⇆ purchase |
| aankoop | ⇆ acquisition; ⇆ purchase |
| kopen | ⇆ acquire; ⇆ buy; ⇆ purchase |