English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word price tag

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 Visa said that consumer spending fell for the first time in nearly four years in May as households were squeezed by rising prices and stagnant wages.
(cost; charge)
prezmarki
🔗 It’s not just Ukrainians who would pay the price.
(label)
(label);

EnglishDutch
price tag prijs; prijskaartje
price de prijs aangeven van; de prijs bepalen van; kans; koers; prijs; prijzen; schatten; waarde
tag aanhangen; aanhangsel; aanhechten; citaat; etiket; etiketteren; krijgertje; label; leus; leuze; lis; lus; nestel; nestelbeslag; refrein; ruitertje; tikkertje; trekker; vastbinden; vastknopen; veterbeslag