Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word koers

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(notering; prijsnotering)
rate of exchange
🔗 Met de keus voor een zwevende koers gaat Suriname in tegen het voorstel van het IMF.
🔗 Het vliegtuig veranderde iets van koers.
(afstevenen op; afkomen op);
direkti sin al
🔗 De twee roeiers stieten af, legden de roeien in de dollen en zetten koers naar de Willi Waw.
(beursnotering)
exchange rate
;
rate of exchange
(stevenen)
bear down
;
🔗 Hij koerste naar het westen, naar Friesgalt, de grote rode schijf achterna terwijl deze zakte.

DutchEnglish
koers course; determination; drift; line of action; market‐price; price; quotation; rate; rate of exchange; tack; valuta; vector
koers zetten naar head for; head towards; steer for; steer one’s course for; shape one’s course for; make for
uit de koers raken be driven off one’s course
van koers veranderen change course
beurskoers stock exchange quotation
dagkoers day’s rate of exchange; current rate of exchange
geldkoers money rate
koersbericht market report
koersdaling fall in prices
koersen stand; steer
koerslijst list of quotations
koersnotering exchange list; quotation; market quotation
koersschommeling fluctuation in price
koersverandering change of course; new orientation
koersverlies loss on stock prices; loss on exchange parities
koersverschil difference in price
koerswaarde valuta; market value
koerswinst exchange profits
koppelkoers traverse
slotkoers closing price
spilkoers central rate
wisselkoers course of exchange; exchange; exchange rate; rate of exchange