Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanhangen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
attach
alfiksiĝi
(aankleven; kleven)
adhere to
esti adepto de
🔗 En welke partij hangt hij aan?
(partijganger)
🔗 Naar schatting 80 procent van het land is nu in handen van aanhangers van Ouattara.
(aanhangwagen)
🔗 Vanwege de harde wind is de Markerwaarddijk afgesloten voor vrachtwagens en auto’s met aanhanger.
;
🔗 De stroming heeft enkele duizenden aanhangers in Nederland.
pending
pritraktata
;
(appendix; bijlage; toevoeging)
(appendix)
(gehecht; toegenegen)
(ophangen; opknopen)
🔗 Hij hing het aan de genoemde knop en wilde zijn oude hoed erbij hangen.
;
🔗 Mijn geweer hing er al.
(ophangen; opknopen);
🔗 Degenen die wensen te worden gehangen, kunnen nu naar gindse galg lopen.
🔗 Als u hem vermoord hebt, zal ik zorgen dat u hangt.

DutchEnglish
aanhangenadhere; adhere to; cling; tag
aanhangeracolyte; adherent; adherer; backer; follower; partisan; proponent; supporter; trail‐car; trailer; votary
aanhangseladjunct; affix; annex; appendage; appendant; appendix; appurtenance; codicil; rider; tag; tack
aanhankelijkaffectionate; attached; clinging; clingy
hangensling; cling; depend; hang; hanging; hover; loll; lounge; sag; sag down; be suspended; swing