Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanhechten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
; ;
attach
attachment
glue
;
paste
;
(dichtnaaien)
suture
suturi
🔗 De wond werd verscheidene keren gehecht, maar wilde niet genezen.

DutchEnglish
aanhechtenadhibit; adjoin; affix; annex; append; attach; tag
aanhechtingaffixion; annexation; annexion; apposition; attachment; fixation
hechtenaffix; append; attach; clip; stitch; suture; stitch up; fasten