English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word narrow‐minded
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
narrow minded | ; ; | malgrandanima |
(intellect) | ; | |
; | ||
🔗 They exist only in your mind. | ||
(observe; comply; mark; respect; watch; abide by) | ; ; ; ; ; ; | |
(pay attention; pay attention to; heed; watch out; be attentive; be attentive to; take notice of) | ; ; ; passen op | |
(take offence; pout; sulk) | ; gekwetst worden ; zich beledigd voelen | ofendiĝi |
(spirit; genie) | ||
; ; ; ; | ||
🔗 Hardon stood now in the narrow aperture. | ||
(close; cramped) | ; | |
(constrict) | malvastigi | |
(define; determine; pinpoint; state) | nader bepalen ; ; | |
marĝeneta |
English | Dutch |
---|---|
narrow‐minded | ⇆ bekrompen; ⇆ enghartig; ⇆ geborneerd; ⇆ kleinburgerlijk; ⇆ kleingeestig |
mind | ⇆ acht slaan op; ⇆ bedenken; ⇆ bezwaar hebben; ⇆ bezwaar hebben tegen; ⇆ brein; ⇆ denken om; ⇆ er bezwaar tegen hebben; ⇆ er iets op tegen hebben; ⇆ er wat om geven; ⇆ gedachten; ⇆ geest; ⇆ gemoed; ⇆ geven om; ⇆ gevoelen; ⇆ gezindheid; ⇆ het erg vinden; ⇆ het goed vinden; ⇆ let wel; ⇆ letten op; ⇆ lust; ⇆ mening; ⇆ neiging; ⇆ op zijn tellen passen; ⇆ opinie; ⇆ oppassen; ⇆ passen op; ⇆ trek; ⇆ verstand; ⇆ zich herinneren; ⇆ zich het aantrekken; ⇆ zich in acht nemen; ⇆ zich storen aan; ⇆ zin; ⇆ zorgen voor |
narrow | ⇆ bekrompen; ⇆ benepen; ⇆ beperkend; ⇆ beperkt; ⇆ eng; ⇆ geborneerd; ⇆ gierig; ⇆ inkrimpen; ⇆ klein; ⇆ krap; ⇆ letterlijk; ⇆ nauw; ⇆ nauwer worden; ⇆ nauwkeurig; ⇆ nipt; ⇆ smal; ⇆ verengen; ⇆ verlopen; ⇆ vernauwen; ⇆ versmallen; ⇆ zich vernauwen; ⇆ zich versmallen |
narrow‐mindedness | ⇆ bekrompenheid; ⇆ kruideniersgeest |