English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word measure of capacity

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
capacity
(ability; capability; competence; competency; faculty)
; ;
capacity
(function; job; office; post; position)
; ; ; ;
werkkring
capacity
(post; job; office; position; station; appointment)
; ; ; ; ;
werkkring
capacity
(power)
capacity
;
; ;
measure
; ; ; ;
🔗 Now, we can use this type of event to measure the rate of expansion of the universe.
measure
(measurement; bar)
;
measure
(precaution)
measure
(action; accomplishment; act; deed)
; ; ; ;

EnglishDutch
measure of capacity inhoudsmaat; ruimtemaat
capacity bekwaamheid; capaciteit; debiet; hoedanigheid; inhoud; kwaliteit; productievermogen; ruimte; vatbaarheid; vermogen; volume
measure afmeten; de maat nemen; maat; maatregel; maatstaf; mate; meetlat; meten; opmeten; opnemen; regel; toemeten; uitmeten