English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word liking

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
liking (taste; flavour; savour; zest)	smaak	gusto
liking (sympathy; congeniality; fellow‐feeling)	medegevoel ; meegevoel ; sympathie	simpatio
liking (appreciation; fancy; love; taste)	waardering	ŝato
like (appreciate; enjoy; love; prize; care)	geven om ; houden van	ŝati
🔗 And you wouldn’t like that?
like (alike; similar; allied)	gelijkend ; soortgelijk	simila
like (as; such as; for; the way)	als ; gelijk ; zoals	kiel
🔗 T’sais’ face was like marble.
like (have a high regard for; think highly of; think well of)	mogen	ŝati
🔗 I don’t like her.
like	graag mogen	ŝati

English	Dutch
liking	⇆ gading; ⇆ genegenheid; ⇆ liefde; ⇆ lust; ⇆ meug; ⇆ smaak; ⇆ voorliefde; ⇆ zin
have a liking for	⇆ geporteerd zijn voor; ⇆ houden van; ⇆ veel ophebben met
to one’s liking	⇆ naar smaak
like	⇆ aanstaan; ⇆ als; ⇆ bevallen; ⇆ dergelijk; ⇆ evenals; ⇆ gaarne mogen; ⇆ gelijk; ⇆ gelijkend; ⇆ geven om; ⇆ graag hebben; ⇆ graag mogen; ⇆ houden van; ⇆ lusten; ⇆ moeten; ⇆ mogen; ⇆ prettig vinden; ⇆ soortgelijk; ⇆ veel op hebben met; ⇆ vinden; ⇆ weerga; ⇆ zelfde; ⇆ zo; ⇆ zoals