Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bevallen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
be in labour ; | ||
| (aanstaan; behagen; believen) | ||
🔗 Onze komst bevalt ze niet. | ||
| (baren; het leven schenken; het leven schenken aan; ter wereld brengen; teweegbrengen; voortbrengen; werpen) | ; give birth to ; ; beget ; | |
🔗 Een vrouw is woensdag bevallen van haar zoon op een rotonde in het Gelderse dorp Zelhem. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| bevallen | ⇆ be confined; ⇆ be delivered; ⇆ child‐bearing; ⇆ like; ⇆ please |
| zij is bevallen van | ⇆ she gave birth to |
| zij moet bevallen | ⇆ she is going to have a baby |