English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word kick the bucket

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
;
trap
(balk; jib; be recalcitrant)
kiki

EnglishDutch
kick the bucket de kraaienmars blazen; de pijp uit gaan; doodgaan; het hoekje omgaan
bucket aker; bak; emmer; emmervol; gieten; grijper; plenzen; putemmer; puts; putse; schoep; stortregenen
kick fut; kick; klagen; pit; prikkel; schop; schoppen; sensatie; slaan; stoot; stoten; tegenspartelen; tegenstribbelen; terugstoot; terugstoten; trap; trappen; wegtrappen; zich verzetten