Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word tegenspartelen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (zich verzetten) | resist ; withstand ; | |
🔗 Als ze hem probeerden te boeien, zou hij tegenspartelen. | ||
| (worstelen) | flounder ; | |
🔗 Hij spartelde naar de oever en hees zichzelf op de wal. | ||
| (aan; bij; naar; op; tot; voor; naar … toe) | ; ; ; ; | |
🔗 Ik kan net zo goed tegen de stoel praten. | ||
| (aan; jegens; met; tegen … aan; tegenover; versus; voor; tegen … in; op) | ; opposed to ; ; ; ; | |
🔗 U kunt het toch niet tegen zijn zin kopen? | ||
| (om; aan) | ||
🔗 Maar tegen de ochtend ging de storm liggen en de dag brak helder aan. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| tegenspartelen | ⇆ grumble; ⇆ kick; ⇆ protest; ⇆ struggle |
| spartelen | ⇆ flounder; ⇆ grabble; ⇆ struggle; ⇆ sprawl |
| tegen | ⇆ against; ⇆ agin; ⇆ at; ⇆ at the rate of; ⇆ by; ⇆ con; ⇆ contra; ⇆ contrary to; ⇆ on; ⇆ to; ⇆ toward; ⇆ towards; ⇆ versus; ⇆ for; ⇆ as against; ⇆ opposed to; ⇆ ’gainst |
| tegensparteling | ⇆ resistance |