Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word voetspoor

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(spoorweg; spoorbaan)
spur
(afdruk)
🔗 De sporen van de wielen vertelden hem het verhaal van het ongeluk.
🔗 Men had geen spoor van de moordenaar kunnen vinden.
spur
🔗 De trompetten schalden, de lansen van de ridders daalden, de sporen drongen in de flanken van de paarden en de voorste gelederen van beide partijen stormden elkaar tegemoet en troffen elkaar midden in het strijdperk met een geraas dat een mijl in de omtrek te horen was.
(spore)
spore
(baan)
track
🔗 Er zijn maar twee van de vier sporen beschikbaar.
(karrespoor; wagenspoor)
🔗 Een tweede spoor voerde zuidwaarts door een pas tussen de heuvels, een derde zwenkte naar het noordoosten.
spur
🔗 Er gebeuren geregeld ongelukken op het Pakistaanse spoor.
(basis; onderkant; onderzijde)
🔗 Het dak van de toren lag een paar voet lager.
(poot)
🔗 Ik keek dus naar mijn voeten.

DutchEnglish
voetspoor footmark; footprint; footprints; trace; track
iemands voetspoor volgen follow in somebody’s tracks
spoor slot; breath; hint; mark; print; railroad; railway; calk; spoor; spore; trace; track; trail; vestige; wake; spur; rut; scent; shadow; tack; footmark; prick; rails; gauge
voet base; basis; bottom; foot; footing