Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word toedragen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
achting toedragen
(achten; achting hebben voor; hoogachten)
esteem
(gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; passeren; plaatsgrijpen; voorvallen; vóórkomen)
come about
; ;
come to pass
; ;
put up with
; ;
carry away
;
(voeren; voorhebben);
🔗 Kun je lopen of moet ik je dragen?
(ondersteunen; schoren; schragen; steunen);
(aanhebben)
🔗 Waarom draagt u dan handschoenen?
;
🔗 Ik draag je naar bed.
🔗 Ze gaan een eigen leven leiden en moeten zelf de gevolgen dragen van hun daden.
(bij zich hebben);
🔗 Ik draag geen horloge.

DutchEnglish
toedragen bear
achting toedragen esteem; hold in esteem
iemand een goed hart toedragen be well disposed toward somebody; wish somebody well
iemand geen goed hart toedragen be ill‐affected towards somebody
ze dragen elkaar geen goed hart toe there is no love lost between them
zich toedragen come about; happen; come to pass
dragen abide; bear; bearing; carry; convey; discharge; poise; range; tote; waft; wear; suffer; support; sustain