Information about the word achten (Dutch → Esperanto: estimi)

Synonyms: achting hebben voor, achting toedragen, hoogachten

Part of speechverb
Pronunciation/ɑxtə(n)/
Hyphenationach·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) acht(ik) achtte
(jij) acht(jij) achtte
(hij) acht(hij) achtte
(wij) achten(wij) achtten
(jullie) achten(jullie) achtten
(gij) acht(gij) achttet
(zij) achten(zij) achtten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) achte(dat ik) achtte
(dat jij) achte(dat jij) achtte
(dat hij) achte(dat hij) achtte
(dat wij) achten(dat wij) achtten
(dat jullie) achten(dat jullie) achtten
(dat gij) achtet(dat gij) achttet
(dat zij) achten(dat zij) achtten
Participles
Present participlePast participle
achtend, achtende(hebben) geacht

Translations

Afrikaansag
Catalancartenir; prear
Danishagte
Englishesteem
Esperantoestimi
Finnishkunnioittaa
Frenchapprécier; estimer
Germanachten; hochschätzen; schätzen; hochachten
Italianrispettare; stimare
Portugueseapreciar; avaliar; estimar; gostar; prezar
Saterland Frisianhoochschatsje; hoochskatsje; oachtje
Spanishapreciar; estimar
Srananteri
Thaiเคารพ; ทูน
West Frisianachtenearje