Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tentdoek

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gordijn; overgordijn; scherm; voorhangsel)
(schilderij)
painting
;
🔗 Het Rijksmuseum kreeg dit doek in 1907 uit een erfenis.
(linnen)
(keet; kraam; kraampje)
🔗 Zonder zich te storen aan de verwarring die hij in de tent achterliet, gaf heer Bommel gas en verdween door het linnen.
(huif)
🔗 Een grote man kwam de tweede tent uit.

DutchEnglish
tentdoek canvas; tent‐cloth
doek canvas; curtain; handkerchief; square; screen; cloth; shawl; sling
tent booth; tent; tilt; awning; joint