Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tentdak

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kap; overkapping)
🔗 Op het dak staan enige vrienden van mij.
(keet; kraam; kraampje)
🔗 Zonder zich te storen aan de verwarring die hij in de tent achterliet, gaf heer Bommel gas en verdween door het linnen.
(huif)
🔗 Een grote man kwam de tweede tent uit.

DutchEnglish
tentdak pavilion roof
dak roof‐top; top; puntdak; roof
tent booth; tent; tilt; awning; joint